TOELICHTING ASBESTVERWIJDERING
Algemeen
In dit hoofdstuk zijn de kosten voor de sanering van asbest in gebouwen behandeld. In eerste instantie komen de kosten voor onderzoek (asbestinventarisatie) aan de orde, daarna de saneringskosten.
Voorafgaande aan een asbestsanering dient eerst een asbestinventarisatie te worden uitgevoerd om vast te stellen of er asbest aanwezig is een gebouw, op welke plaatsen, in welke vorm en in welke mate. De resultaten van de asbestinventarisatie vormen de basis van de berekening van de kosten voor verwijdering van asbest uit gebouwen.
Voor het berekenen van de kosten voor verwijdering van asbest uit gebouwen is een calculatieschema opgezet. De werking van dit schema is toegelicht aan de hand van een aantal “standaard”
praktijkvoorbeelden.
In juli 2006 zijn in het gewijzigde Arbeidsomstandighedenbesluit nieuwe regels van kracht geworden met betrekking tot de risico’s van blootstelling van werknemers aan asbest.
Er wordt gewerkt met drie risicoklassen. Deze klassen zijn met name bepalend voor de veiligheidsmaatregelen die moeten worden getroffen bij de verwijdering van asbest.
Bij risicoklasse 1 wordt het blootstellingsrisico dermate laag ingeschat dat de bescherming overeenkomt met wat voorheen voor een buitensanering gold (o.a. adembescherming d.m.v. een halfgelaatmasker; de saneerder dient over het algemeen SC-530 gecertificeerd te zijn).
Risicoklasse 2 komt overeen met wat voorheen een gewone binnensanering betrof (containment en decontaminatie, volgelaatsmasker, uitsluitend uit te voeren door SC-530 gecertificeerde bedrijven).
Bij risicoklasse 3 wordt het blootstellingsrisico als het hoogste ingeschat. De bescherming is dan
ook uitgebreid tot de voorheen hoogste bescherming met als uitbreiding dat extra luchtmetingen uitgevoerd moeten worden ter controle van ruimten in de omgeving van de daadwerkelijke sanering (alleen uitvoerbaar door een SC-530 gecertificeerd bedrijf).
Asbestinventarisatie
Het inventariseren van een gebouw op de aanwezigheid van asbest is een gecertificeerde werkzaamheid. Alleen bedrijven die gecertificeerd zijn volgens de SC-540 zijn bevoegd onderzoeken uit te voeren. Alleen dan wordt voldaan aan de wettelijke status die noodzakelijk is voor bijvoorbeeld het doen van een sloopmelding.
In de meeste gevallen zal naar aanleiding van een sloopmelding een gemeente aangeven dat er een asbestinventarisatierapport (volledige asbestinventarisatie in het kader van sloop) bij de aanvraag gevoegd moet worden. Dit inventarisatierapport dient te allen tijde tijdens een
asbestsanering aanwezig te zijn op de saneringslocatie.
In het onderzoeksrapport worden de aangetroffen asbestbronnen ingedeeld in een risicocategorie conform de Risicogerichte Verwijderingscategorie Indeling omschreven in het Arbeidsomstandighedenbesluit d.d. 7 juli 2006.
Op basis van deze indeling zijn de beschermende maatregelen die toegepast moeten worden tijdens een sanering vastgelegd.
Onderscheiden worden de navolgende risicocategorieën.
Categorie 1: bescherming bij verwijdering volgens basisvoorschriften.
Categorie 2: bescherming bij verwijdering conform SC-530; van toepassing bij blootstelling lager of gelijk aan 1 vezel per kubieke centimeter, uitgaande van een referentieperiode van acht uur.
Categorie 3: bescherming bij verwijdering conform SC-530; van toepassing bij blootstelling hoger dan 1 vezel per kubieke
centimeter, uitgaande van een referentieperiode van acht uur.
NB. De + betekent dat er tijdens een sanering extra luchtmetingen buiten het directe saneringsgebied moeten worden uitgevoerd. Dit kan zowel voorafgaand, tijdens als na de sanering worden gedaan.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat risicocategorie 1 hechtgebonden plaatmateriaal betreft dat zonder breuk verwijderd kan worden, en de materialen die voorheen onder een verlicht regiem verwijderd konden worden (flenspakkingen, ondergrondse leidingen, warmtetoestellen). Deze werkzaamheden dienen over het algemeen door SC-530 gecertificeerd bedrijf te worden uitgevoerd met een beperkt beschermingsregiem. De uitzonderingen zijn te vinden op de website van de centrale overheid: www.infomil.nl.
Risicocategorie 2 betreft werkzaamheden voor de meer gecompliceerde saneringen van hechtgebonden plaatmaterialen en leidingen die niet zonder breuk
kunnen worden uitgevoerd. Het beschermingsregiem is vergelijkbaar met de binnensanering zoals beschreven in de SC-530.
Risicocategorie 3 betreft werkzaamheden voor gecompliceerde saneringen van niet-hechtgebonden materialen, waarbij het vrijkomen van grote hoeveelheden vezels in de lucht kan worden verwacht. Het beschermingsregiem is vergelijkbaar met de binnensanering zoals beschreven in de SC-530, waarbij extra luchtmetingen buiten het directe saneringsgebied uitgevoerd dienen te worden. De hoeveelheid en wijze van meten wordt aan de deskundigheid van de saneerder overgelaten.
Ook is het mogelijk dat in een niet-sloopsituatie er asbest uit een gebouw verwijderd moet worden. Ook voor zo een dergelijke sanering is een sloopmelding noodzakelijk. Tijdens de sanering moet er tevens een inventarisatierapport aanwezig zijn.
Daarnaast worden er gecertificeerde asbestinventarisaties uitgevoerd naar
aanleiding van een risico-inschatting van aanwezig asbest (asbestrisico-inventarisatie) in een gebouw en asbestinventarisaties naar aanleiding van een vastgoedtransactie met een saneringskostenraming (globale inventarisatie).
Kosten asbestinventarisatie
Op basis van een aantal parameters kan een inschatting gemaakt worden van de onderzoekskosten van een gebouw. De parameters zijn:
- het bouwjaar;
- de grootte van het gebouw;
- de hoeveelheid identieke ruimten in het gebouw.
Het bouwjaar
Asbest wordt al vanaf 1900 in gebouwen toegepast. Tot circa 1960 werd dit nog niet structureel en op grote schaal gedaan. In gebouwen met een bouwjaar tussen 1960 en 1985 is vrijwel altijd in enige vorm asbest toegepast. Rond 1985 begonnen de gebruiksbeperkingen van
asbesthoudende materialen merkbaar te worden in de bouw en werd het materiaal steeds minder toegepast. Gebouwen na 1993 zijn in principe asbestvrij. In 1993 is het asbestverbod van kracht geworden dat de toepassing van asbest in elke vorm verbied. Daarom zal voor de sloopvergunning van een gebouw gebouwd na 1993 geen asbestinventarisatie noodzakelijk zijn.
Asbestinventarisatiekosten
| Per m2 | Gehele gebouw |
1.000 |
1,55 |
1.550,00 |
2.500 |
1,35 |
3.375,00 |
10.000 |
1,00 |
10.000,00 |
20.000 |
0,85 |
17.000,00 |
De mogelijkheid bestaat dat het type A-onderzoek niet volstaat voor het weergeven van het aanwezige asbest in een gebouw.
Het gevolg hiervoor kan zijn dat destructief onderzoek (type B) noodzakelijk is en niet kon worden uitgevoerd ten tijde van de inventarisatie, doordat het gebouw bijvoorbeeld nog in gebruik was. Ook is het mogelijk dat er een besmetting wordt aangetroffen, bijvoorbeeld in de vorm van beschadigd niet-hechtgebonden plaatmateriaal. Dit wordt middels een risicobeoordeling conform de NEN 2991 onderzocht.
In deze omstandigheden vergt het een nader onderzoek, eveneens conform de NEN 2991 uitgevoerd, voor het vaststellen van bijvoorbeeld de verborgen asbestcomponenten of het vaststellen van het verspreidingsgebied van een besmetting.
De kosten voor een dergelijk onderzoek kunnen variëren tussen honderden tot duizenden euro's, gezien de diversiteit van omstandigheden waarbij een dergelijk onderzoek
ingezet wordt.
Inhoudcomponenten van een inventarisatierapport
De basis voor de asbestsanering wordt gevormd door de resultaten van de asbestinventarisatie. Het gaat dan met name om de beschrijving van de aangetroffen asbestbronnen en per bron de hoeveelheid, de wijze van bevestiging en de aanduiding voor risicoklasse waaronder de bron valt bij verwijdering.
Een voorbeeld van een presentatie van de gegevens is weergegeven in onderstaande tabel.
Resultaat asbestinventarisatie, voorbeeld
Asb 02 |
2 |
Zolder |
Gehele zolder |
Dakbeschot |
80 m2 |
Genageld |
2 |
Overige vaste componenten van het inventarisatierapport zijn:
1. Welk soort inventarisatie uitgevoerd is:
- volledige asbestinventarisatie, voorafgaand aan sloop;
- risico-inventarisatie;
- globale inventarisatie in verband met de aan- en verkoop van een pand.
2. Een samenvatting met uitsluitingen; welke ruimten zijn niet onderzocht.
3. Tabel met te verwachten asbestbronnen (resultaat desk-research).
4. Tabel met aangetroffen asbestbronnen (resultaat inventarisatie).
5. Tabel met analyseresultaten.
6. Bijlagen in de vorm van:
- fotobijlage;
- kaartmateriaal met aanduiding van de aangetroffen asbestbronnen;
- risicobeoordelingsformulieren (optioneel);
- analysecertificaten.
Kostencalculatie asbestsanering
Op basis van de tabel "Voorbeeld resultaten asbestinventarisatie" uit het inventarisatierapport is een aantal voorbeeldgebouwen gepresenteerd met saneringscalculatie.
Er zijn drie standaardgebouwen gedefinieerd waarvan de gegevens makkelijk zijn te extrapoleren naar het merendeel van de gebouwen waarin zich asbest bevindt.
Per gebouwtype zijn de meest voorkomende asbesttoepassingen opgenomen.
De basis voor een kostenraming zal altijd het inventarisatierapport zijn. In onderstaande voorbeelden wordt dan ook van de inhoud van deze rapportage gebruik gemaakt. In de tabel zijn de asbesthoudende toepassingen uit dat rapport overgenomen.
Vervolgens worden de saneringskosten voor de sanering per standaardgebouw
gegeven.
De saneringskosten worden mede bepaald door de voorbereiding, de uitvoering en de afronding.
Voorafgaande aan de sanering wordt het werkterrein ingericht. Het betreft met name het inrichten van veiligheidsmaatregelen om verspreiding van asbest bij de daadwerkelijke verwijdering te voorkomen, zoals waarschuwingsborden, afzetlint en het containment (bij risicocategorie 2 en 3).
Bij de uitvoering worden de asbesthoudende materialen verwijderd, waarbij het containment in stand dient te worden gehouden en na afloop te worden schoongemaakt.
De afronding van de werkzaamheden omvat de vrijgave, het afbreken van het containment, het afvoeren van het asbesthoudend materiaal en het opruimen van het werkterrein.
De saneringskosten zijn vertaald in meterprijzen. Deze meterprijs betreft de sanering van één asbesttoepassing
in één ruimte, inclusief alle bijkomende kosten. Wanneer er meer asbesttoepassingen in één ruimte zijn dan moet een korting op de meterprijs worden gehanteerd: 30% voor een tweede toepassing, tot 50% voor elke volgende toepassing.
PRIJSCONDITIES
De kostengegevens zijn gerelateerd aan bepaalde prijscondities. Deze
condities kunnen afwijken van de prijscondities die voor u gelden. Dit kan een juiste prijsvorming in de weg staan. Daarom moet u de prijscondities steeds goed vergelijken met de voor u geldende condities.
Voor de kostengegevens gelden de volgende uitgangspunten:
- peildatum (prijzen worden maandelijks geactualiseerd);
- situering van de werkzaamheden;
- directe kosten;
- hoeveelheden in vaste m3
(tenzij anders vermeld);
- onderaannemerskosten;
- staartkosten;
- marktsituatie.
Situering van de werkzaamheden
Alle werkzaamheden zijn gesitueerd in het centrum van Nederland. Een
straal van
35 km geldt als uitgangspunt voor de aanvoer van personeel, materiaal, materieel
en onderaannemers.
Directe kosten
Directe kosten zijn alle kosten die toe te wijzen zijn aan de afzonderlijke onderdelen van een project. Deze worden samengesteld door onderscheid te maken in materiaalkosten, arbeid, materieel en onderaanneming.
Materiaalkosten
Materiaalkosten betreffen alleen de materiaalkosten van de hoofdaannemer.
Hierbij zijn beperkte kwantumkortingen inbegrepen.
Levering franco werk, tenzij anders vermeld.
Arbeid
Arbeid bevat de kosten van alle manuren die nodig zijn om een project te realiseren. In onderstaande tabel een overzicht van de uurtarieven die in de kosteninformatie gehanteerd worden. Deze uurtarieven zijn samengesteld aan de hand
van de CAO's die gelden voor de betreffende beroepsgroepen.
Uurtarief GWW
Bankwerker/lasser |
51,90 |
Betonwerker I |
51,00 |
Cultuurtechnisch medewerker |
40,25 |
Fitter/lasser gasleiding |
55,25 |
Geleiderailmonteur |
50,70 |
Grondwerker (ploeg 3 personen) |
50,65 |
Heier |
50,65 |
Hovenier |
40,25 |
Kabellasser |
46,40 |
Kabelwerker (ploeg 6 personen) |
46,40 |
Laborant |
61,50 |
Machinist |
53,85 |
Monteur |
53,75 |
Palenboorder/funderingswerker |
50,65 |
Rijswerker |
50,65 |
Remmingwerker |
50,40 |
Schilder |
44,05 |
Sloper |
50,65 |
Sloper (DTA-er) |
49,75 |
Steenzetter |
52,65 |
Stratenmaker (ploeg 2 personen) |
55,70 |
Stratenmaker (ploeg 3 personen) |
51,20 |
Timmerman I |
52,65 |
Uitvoerder |
61,50 |
Uitzetter |
52,60 |
Vakman GWW |
50,65 |
Verkeersregelaar |
|
IJzervlechter I |
52,65 |
Materieelkosten
Materieelkosten betreffen alle directe materieelkosten van de hoofdaannemer.
Kosten van aangedreven materieel zijn inclusief bediening, tenzij anders vermeld.
Onderaannemerskosten
Onderaannemerskosten zijn kosten die onderaannemers in rekening brengen bij
de hoofdaannemer. Hierbij zijn de toeslagen van de onderaannemer inbegrepen.
Eenmalige kosten
Eenmalige kosten zijn kosten die de aannemer maakt, maar waarvoor geen posten
zijn opgenomen in het bestek. De hierna genoemde voorbeelden zijn niet altijd van
toepassing op ieder project, maar kunnen afhankelijk van het bestek wel of niet
van toepassing zijn. Voorbeelden:
- aan- en afvoer materieel;
- materieeltransport op het werk;
- plaatsing en aansluitkosten keten en wagens;
- kosten voor gas, water, elektra en telefoon;
- bediening en verbruik;
- kantoorbehoeften;
- verhard terrein voor keten en wagens;
- opslagterrein;
- brandstofvoorzieningen materieel;
- schoonmaken wegen;
- werkwegen en gebruik van rijplaten/draglineschotten;
- risico kabels en leidingen;
- bewaking;
- reservematerieel (stand-by);
- communicatiemiddelen;
- revisiekosten;
- veiligheidsvoorzieningen;
- onderhouds- en opleveringskosten.
Indirecte kosten
Indirecte of staartkosten, worden berekend nadat de directe kosten zijn begroot.
Staartkosten zijn kosten die niet aan een
afzonderlijk onderdeel zijn toe te schrijven. Ze bestaan uit de bijkomende kosten die nodig zijn om een project te kunnen
realiseren, zoals eenmalige kosten, algemene kosten en winst en risico.
De percentages in het volgende calculatieschema geven een redelijk gemiddelde van wat gangbaar is in de praktijk bij GWW-aannemers.
Aannemers voor sloopwerk, bodemsanering, kabelwerk en groenvoorziening hanteren andere calculatieschema's en/of percentages. Zie hiervoor de toelichting bij
de betreffende tabellen.
LET OP! De genoemde percentages zijn indicatief!
Calculatieschema GWW-werk
Materiaalkosten |
€ |
|
Materieelkosten |
€ |
|
Onderaannemerskosten |
€ |
|
Eventuele keuringskosten |
€ |
___________+ |
Totaal directe kosten (A) |
€ |
|
Eenmalige kosten |
€ |
|
Uitvoeringskosten, 7% van A |
€ |
|
Algemene bedrijfskosten, 8% van A |
€ |
|
Winst en risico, 4% van A |
€ |
___________+ |
Totaal indirecte kosten (B) |
€ |
|
Totaal geraamde aanneemsom A + B |
€ |
|
Uitvoeringskosten
Uitvoeringskosten zijn kosten voor uitvoerend en administratief personeel op het
project. Verdere uitvoeringskosten zijn: verletbestrijding, reken- en tekenwerk.
Algemene kosten
Dit zijn de kosten die door het ontbreken van een relatie met de werken, dan wel uit
overwegingen van praktische doelmatigheid, niet direct of indirect aan de afzonderlijke werken kunnen worden toegerekend.
Voorbeelden van algemene kosten zijn:
- directie en bedrijfsleiding;
- bedrijfsbureau en calculatie;
- marketing, verkoop en inkoop;
- administratie algemeen;
- salaris- en loonadministratie;
- kantoorautomatisering;
- personeelszaken en secretariaat;
- receptie, telefoon, telex;
- afschrijving en/of huur van gebouwen en inventaris;
- kantoorbenodigdheden, verlichting, verwarming en verzekering;
- representatie, geschenken, advertenties en sponsoring;
- cursussen en jubilea;
- accountant, externe boekhouding, juridische en fiscale adviezen;
- milieuvergunningen;
- contributies, abonnementen en certificering;
- onderzoek en ontwikkeling.
Winst en risico
Winst is het bedrag dat overblijft nadat alle kosten en risico's verrekend zijn die
met het project samenhangen. Onder risico vallen alle onvoorziene omstandigheden,
uitvoeringsrisico's en niet-verrekenbare loon- en prijsstijgingen. Ook renteverlies, het niet kunnen verrichten van werkzaamheden door regen, wachturen
door te late leverantie of reparaties aan materieel vallen hieronder.
BTW
Alle vermelde bedragen zijn exclusief BTW.
Marktsituatie
De vermelde bedragen zijn gebaseerd op een stabiele markt. Plotselinge prijsstijgingen of marktinvloeden zijn niet inbegrepen.